Jaar- en zakboekje der kunst en wetenschap bevorderende maatschappij onder de zinspreuk V.W. Met gegrav. titel. & muziekblad (eveneens met vergulde snede) & portret.

[Amsterdam], M. Westerman, 1818-20, 1823-34, 1837. 16 Vols. 12mo. 76-104-103-138-131-143-141-123-118-130-127-132-139-140-150-160 pp. Leer met vergulding, etiket in groen op voorplat, sneden verguld. (enkele exemplaren licht (water)vlekkig, enkele ietwat los in band) � Na 1828: per deel 1 gedicht op uitvouwblad; 1831-34: 1 gevouwen blad met: gedicht in facsimile. � Prijsboekjes: "Hulde aan J.M. Patrone" (=bekroond lid, secretaris) op 15 van 16 voorplatten, en eenmaal "Hulde aan het genootschap tot nut der jeugd te Antwerpen V.W." In tegenstelling tot de normale uitgaven in bedrukte papieren omslagen zijn deze prijsboekjes gebonden in leer, allen in dezelfde stijl doch (licht) van elkaar verschillend; 7 van 16 exemplaren met bindersaanduiding: [hofboekbinder] A[braham] van Rossum. Zie Storm van Leeuwen, Vorstelijke Boekbanden,12 (e.v.): "De belangrijkste Amsterdamse boekbinder uit de vroege negentiende eeuw was zeker Abraham van Rossum." � KVNM 48.1,51-69: "Op 29 september 1806 kwam een aantal vrienden gewoontegetrouw bijeen in een cafe op het Leidseplein in Amsterdam. Die dag werd tijdens het gesprek het voorstel geopperd om [...] zelf een genootschap op te richten. Het doel zou moeten zijn 'Deugd te beoefenen, Menschlievendheid aan te kweeken, en Kunsten en Wetenschappen te bevorderen.' [...] De werkzaamheden zouden bestaan uit het beantwoorden van zelf opgegeven prijsvragen in de dicht- en taalkunde (dat wil zeggen het schrijven van gedichten en liedteksten) en het voorlezen van nuttige werken. Een jaar later waren de prijsvragen niet langer tot de taalkunde beperkt, maar strekten zij zich ook uit tot de tekenkunde. [...] Deze uitbreiding leidde in 1809 tot een officiele verdeling van het genootschap in drie departementen, gewijd aan respectievelijk taal- en dichtkunde, tekenkunde en muziek." Haar beslotenheid was groot, dit is opmerkelijk aangezien zij professionele musici onder haar (honoraire) leden telde, zoals Carolus Antonius (Antoine) Fodor, Jacob Rauscher en Jan George Bertelman. v.d.Berg,1986,12-45 :"Eenmaal per jaar wordt tussen de gouden prijswinnaars nog weer een superprijs uitgeloofd. Ter beoordeling daarvan werden buitengewoon honoraire leden, waartoe onder anderen Tollens en Kinker behoorden, gemobiliseerd. [...] Men zou nog kunnen denken, dat de Maatschappij toch de publiciteit zoekt op grond van de uitgave van een jaarlijks zakboekje vanaf 1818, maar dit in eigen beheer uitgegeven almanak-achtige periodiekje staat boordevol genootschapszaken en circuleert alleen in de eigen kring. Het is duidelijk, dat dit genootschap de handen vol heeft aan eigen oefening en geen behoefte heeft aan vertoon naar buiten." 100 - Oudere Ned.literatuur